Emanuel Rutten analyseert de eerste coronatoespraak van Rutte (DNW)

Marlies Dekkers in gesprek met filosoof en wiskundige Emanuel Rutten over de eerste coronatoespraak van Rutte. “Dit is een goed voorbeeld van een speech die echt heel doordacht is, maar die in het uitspreken toch naturel overkomt.”

Rutten analyseert de eerste coronatoespraak van Rutte stap voor stap. “Hij begint niet met een verhaal wat de regering gaat doen, hij verplaatst zich helemaal in het publiek.” Zo maakt hij verbinding met het publiek en voelt de kijker zich aangesproken. Rutten roemt Ruttes concrete en aanschouwelijke taalgebruik en de beweging die hij gebruikt in uitdrukking als ‘de ontwikkelingen volgen elkaar in razend tempo op. Zowel het ethos-, pathos- en logoselement komt goed uit de verf. Rutten: “Dit is een goed voorbeeld van een speech die echt heel doordacht is, maar die in het uitspreken toch naturel overkomt.”

Beluister wat hier wat hij verder te melden heeft:

Kabinet ontvangt bundel ‘Waartoe is Nederland op aarde?’ tijdens bijzondere bijeenkomst

Afgelopen dinsdag werd in Het Mauritshuis de tweede druk van de bundel Waartoe is Nederland op aarde? aangeboden aan het kabinet. De auteurs, kamerleden, studenten en andere betrokkenen waren getuige van een inspirerende bijeenkomst waar onder andere vicepremier Carola Schouten en SCP directeur prof. dr. Kim Putters het woord namen. De stukken uit de bundel, zo vertelden zij, bieden zowel burgers als bestuurders en politici handvaten om na te denken over de rol van Nederland in een steeds verder globaliserende wereld.

In een uitvoerige reflectie ging prof. dr. Putters in op de ideeën die in Waartoe is Nederland op aarde? naar voren komen. Hij bouwde zijn verhaal op rondom de in de bundel geformuleerde kernkwaliteiten van Nederland: gelijkwaardigheid, veiligheid, stoffelijkheid, vrijheid, eerlijkheid en zorgzaamheid. Deze kwaliteiten zijn de vrucht van de diverse essays die in het werk zijn opgenomen, en kunnen gezien worden als een poging een constructieve bijdrage te leveren aan een begrip van de Nederlandse identiteit. Prof. dr. Putters pakte de begrippen op, en verbond deze aan verschillende onderzoeken die het Sociaal en Cultureel Planbureau de afgelopen jaren heeft uigevoerd. Dat leidde tot een genuanceerd en betrokken betoog.

Vervolgens namen twee studenten van de masteropleiding Filosofie van Cultuur en Bestuur het woord. Zij hadden de mogelijkheid kort hun gedachten over Waartoe is Nederland op aarde? onder woorden te brengen en een vraag te formuleren. Zij vertelden over hoe lastig een concept als nationale identiteit eigenlijk is, en vroegen naar de plek waar deze identiteit(en) vorm moet(en) krijgen. Ten slotte mengde ook de zaal zich met enkele scherpe vragen in het gesprek.

Met het eerder dit jaar verschenen werk Waartoe is Nederland op aarde? levert Centrum Èthos een bijdrage aan het turbulente debat over de Nederlandse identiteit. Terwijl Europese integratie en globalisering plaatsvinden, komt er tegelijk een nieuwe aandacht voor het eigene van landen. Het boek beoogt in dit spanningsveld een grondig bereflecteerde positie in te nemen, voorbij de clichés. Auteurs zijn onder meer Ad Verbrugge, Haroon Sheikh, Govert Buijs, Jelle van Baardewijk, Heidi de Mare, Steven de Waal, terwijl er commentaren zijn opgenomen van deskundigen op diverse maatschappelijke terreinen zoals Halleh Gorashi, Monique Kremer, Corien Prins, Louise Gunning en Marjan Minnesma.

Klik hier voor meer informatie over het boek.

Processed with VSCO with c1 preset
Processed with VSCO with c1 preset
Processed with VSCO with c1 preset
Processed with VSCO with c1 preset
Processed with VSCO with c1 preset
Processed with VSCO with c1 preset
Processed with VSCO with c1 preset
Processed with VSCO with c1 preset
Processed with VSCO with c1 preset
Processed with VSCO with c1 preset
Processed with VSCO with c1 preset

Het recht is altijd politiek

 De studenten van de master Filosofie van Cultuur en Bestuur komen regelmatig bijeen in het Spenglerlab. Hier mengen ze kunst, cultuur, bestuur, economie, politiek, klimaat en filosofie met De ondergang van het Avondland. Lees hoe zij met elkaar of met Spengler zelf in dialoog gaan.

In deze bijdrage een fictieve dialoog tussen Sophia en Justine over het denken van Spengler en de documentaire Defending brother no2. Ciske Groen, Virve Biermans en Kurt Kooiman over de verhouding tussen recht en rechtvaardigheid.

In een ietwat rommelige en vooral koude studentenkamer in Amsterdam-Oost steekt Sophia een kaars aan. Het is koud buiten, de wereld is verborgen onder een witte winterse deken. Natuurlijk: uitgerekend nu doet de verwarming het niet. Ze ziet het avondje borrelen met haar goede vriendin Justine al in duigen vallen. Ze had zo uitgekeken naar een bijzondere gedachtewisseling! Dan banjert Justine de kamer binnen. Nauwelijks een stap over de drempel stromen de woorden uit haar mond. Ze raakt niet uitgesproken over de documentaire die ze gisteravond heeft gezien

Justine: Heb jij de documentaire Defending Brother no.2 gezien? Die over dat tribunaal in Cambodja? Wat een fascinerende geschiedenis!

Sophia: Hey, jij ook goedenavond hè. Nee, ik heb ’m nog niet gezien, maar de verhalen die ik erover heb gehoord beloven veel goeds. Vertel!

Justine: Het gaat over de Nederlandse advocaten Victor Koppe en Michiel Pestman. Zij worden gevolgd tijdens het proces van Nuon Chea, de tweede man van de Rode Khmer: het regime van Pol Pot. Hij staat terecht voor misdaden tegen de menselijkheid. Pestman en Koppe proberen hem te verdedigen, maar dat valt niet mee.

Sophia: Hmm, daar kan ik me wel iets bij voorstellen.

Justine: Het proces valt onder Cambodjaans recht, met steun van de Verenigde Naties. Het tribunaal heeft last van onder andere overheidsbemoeienis en corruptie. Het lijkt alsof de Cambodjanen Nuon Chea veroordeeld willen krijgen zodat de huidige bewindslieden – die gedeeltelijk gewoon nog afkomstig zijn uit Pol Pot’s regime – aan de goede kant van de geschiedenis terechtkomen. De complexe waarheid mag eigenlijk niet boven tafel komen. Een kleine spoiler: na het proces keren de advocaten gedesillusioneerd terug. Het bracht niet wat ze ervan verwachtten. Koppe gaat zelfs zo ver dat hij stelt dat het recht alleen maar werkt zolang het niet politiek is. Huis-, tuin- en keukenboeven kunnen juridisch in de kraag worden gevat, maar zodra het recht in botsing komt met de politiek dan werkt het niet meer. Dat vind ik nogal een uitspraak!

Sophia: Dat lijkt mij vrij naïef. Het recht is in de kern toch altijd politiek?!

Justine: Ik had al zo’n vermoeden dat je hier je woordje over klaar zou hebben. Het recht is altijd politiek… Verklaar je nader.

Sophia: Met Spengler zou je zeggen dat recht en politiek twee…

Justine:

Sophia: Ja, luister nou maar, dit is fantastisch! Bij Spengler zijn recht en politiek twee kanten van dezelfde medaille. In De ondergang van het Avondland onderscheidt hij twee vormen van eigendom: ‘hebben als buit’ en ‘hebben als macht’. Die eerstgenoemde ziet hij terug in de economie en handel. Zowel de 17e-eeuwse koopman als de 21e-eeuwse CEO is gericht op het buitmaken. Maar binnen het recht en de politiek draait het volgens Spengler om het hebben van macht. Het zijn zogezegd twee verschillende categorieën die door eenzelfde geest worden bezield. In meest oorspronkelijke zin zijn het uitdrukkingen van macht.

Justine: Dat klinkt nietzscheaans!

Sophia: Ja klopt! Spengler zegt: ‘Het recht is het eigendom van de machtige. Zijn recht is het recht van allen.’ Nietzsche legt volgens Spengler de nadruk op de dubbelheid van iedere moraal. In iedere filosofische uiteenzetting over goed en kwaad gaat een ander belang schuil. Zo wordt deze gedachte vruchtbaar in een cultureel-historische context: Het is fascinerend dat Spengler deze gedachtegang doortrekt en de onplezierige vraag stelt: wie heeft eigenlijk het recht op het recht?

Justine: Nu ga je wat snel. Wat bedoel je met het recht hebben op het recht?

Sophia: Bij Marx zie je al een soortgelijke gedachte, zij het dat hij het recht vanuit de onderbouw-bovenbouwstructuur begrijpt. Het juridische dient, als onderdeel van de bovenbouw, enkel ter rechtvaardiging van feitelijke materiële verhoudingen. De rechter zorgt ervoor dat de bourgeois haar economisch aantrekkelijke positie ten opzichte van het proletariaat kan behouden. Wie vertrouwt dat het recht de rechtvaardigheid dient, heeft een ‘vals bewustzijn’, aldus Marx. Spengler trekt die vraag naar het belang van recht breder dan het economische. Overal en altijd, waar men ook in de wereldgeschiedenis kijkt, is het recht aan de zijde van de machthebber. Iets als rechtvaardigheid of een moraal is een abstractie. De wereld is indifferent ten opzichte van de waarheid, en krijgt vorm door wat er feitelijk plaatsvindt.

Justine: Hmm, da’s lastig. Het recht zou in essentie toch juist een zo goed mogelijke afspiegeling moeten zijn van het rechtvaardige?

Sophia: Spengler zou zeggen: rechtvaardigheid is iets voor dromers, voor filosofen die achteraf een denksysteem bouwen en daarover nadenken. In het feitelijke leven bestaat er alleen overwinnaarsrecht. De geschiedenis is meedogenloos.

Stilte…

Terwijl Justine verzonken is in haar gedachten, loopt Sophia naar haar slaapkamer om wat extra dekens te pakken. Als Sophia de kamer weer binnen loopt, ziet ze Justine nog steeds peinzend voor zich uit staren.

Sophia: Je lijkt wel ergens mee te zitten…?

Justine: De geschiedenis is meedogenloos. Wauw, wat een uitspraak…

Victor Koppes hoop op een eerlijke rechtszaak waarin een rechtvaardig oordeel over Nuon Chea wordt geveld, zou vanuit het perspectief dat je schetst ijdel zijn. Zeker omdat deze uiteindelijk onder Cambodjaans recht viel. En toch hè… het voelt niet helemaal bevredigend. Het recht zou in de kern toch objectief en algemeen geldig moeten zijn om überhaupt recht te kunnen zijn? Als we niet uitgaan van een onafhankelijke scheidsrechter die kan bepalen wat wel of niet rechtmatig is, dan is er geen recht meer mogelijk! Of een zaak nu onder Nederlands, internationaal of Cambodjaans recht valt, in wezen zou het proces hetzelfde moeten zijn.

Sophia: Spengler zou zeggen dat die gedachte jouw faustische aard prijsgeeft.

Justine: Wat bedoel je daarmee?

Sophia: Ons beeld van recht is altijd al gevormd door onze westerse kijk op de wereld. Spengler noemt deze westerse blik faustisch, ontleend aan het werk van Goethe. Wij worden in het Westen bezield door wat Spengler aanduidt als het oersymbool van het strevende ik in een oneindig lege ruimte. Onze cultuur wordt ten diepste voortgedreven door een streven naar de oneindigheid en een niet gebonden willen zijn aan grenzen. Dit oersymbool manifesteert zich binnen een cultuur op allerlei terreinen. In de context van deze documentaire wordt dit zichtbaar in het willen binnentrekken en domineren van het internationale recht. Wij vinden dat de manier waarop een proces vorm krijgt, vanuit ons faustische perspectief, universeel zou moeten zijn. Dat kan ook niet anders: zo ervaren wij in meest fundamentele zin het recht. De westerse blik op de wereld heeft een uitgesproken planetair karakter. Of je dit nu een fijne gedachte vindt of niet: Spengler houdt ons een spiegel voor.

Justine: Oké, dat verheldert wel wat er met Koppe gebeurt gedurende deze zaak. Maar daarmee komt waarheidsvinding volledig op de helling te staan. Is voor Spengler waarheid binnen het recht dan helemaal geen factor van betekenis?

Sophia: Volgens Spengler kan binnen het interne recht, binnen een bepaalde natie, een onpartijdige en rechtvaardige scheidsrechter opereren. Maar dat is enkel mogelijk omdat een hogere macht deze speelruimte garandeert, bijvoorbeeld de natiestaat. In het externe recht, tussen naties, geldt het recht van de sterkere.

Justine: Kan je daar nog wat meer over vertellen?

Sophia: Stel: de ene Nederlander beschuldigt de andere Nederlander van inbreuk op privacy. Het Nederlandse recht kan vervolgens recht spreken en is daarmee een uitdrukking van wat in het contact tussen deze twee landgenoten rechtvaardig is. Dit kan in meer of mindere mate een goede afspiegeling zijn van de rechtvaardigheid zelf, daar gaat het nu niet om, maar rechtvaardigheid is in ieder geval als categorie leidend. Dit kan volgens Spengler niet op eenzelfde manier wanneer het gaat over internationaal recht, ofwel: het externe recht. Enkel in dat geval kan waarheidsvinding gelden als uitgangspunt.

Justine: In de zaak van Nuon Chea probeert de internationale gemeenschap zoiets als rechtvaardigheid tot stand te brengen door dit tribunaal af te dwingen. Maar het proces valt onder Cambodjaans recht en de Cambodjaanse regering is dus uiteindelijk de machthebber die bepaalt wat er feitelijk gebeurt. Zou dit in Spenglers termen dan niet een voorbeeld zijn van intern recht?

Sophia: Nee, dat is dus precies waar het wringt. Er is hier geen sprake van een hogere macht die de verschillende partijen de baas is en een ruimte kan creëren waarin een rechtvaardige rechtspraak tussen de ondergeschikte partijen mogelijk is. Het internationale recht is voor Spengler bij uitstek de ruimte waarin het recht een uitdrukking van macht is. En, zo zegt hij, juist in deze ruimte vinden de grote wereldhistorische beslissingen plaats. Het is de geestelijke voortzetting van oorlog met het recht op het recht als de machtsuitoefening van de overwinnaars. Geen wonder dat deze advocaten zich onbegrepen voelen en gedesillusioneerd terugkeren naar Nederland.

Justine: En als ik het goed begrijp is voor Spengler de rechtvaardigheid slechts werkelijk in zoverre deze door de hoogste machthebbers in de wereldgeschiedenis wordt gegarandeerd? Nu vervullen onze natiestaten deze rol. Defending Brother no.2 maakt in dit verband helder dat internationale organisaties en allianties vooralsnog niet die functie van hoogste machthebber hebben overgenomen. We leven – het proces van globalisering ten spijt – in een wereld waarin de natiestaat nog steeds een cruciale rol speelt.

Sophia: Ja, precies. Het punt waar Spengler ons bovendien op wijst is dat het in de geschiedenis helemaal niet draait om waarheid. Het gaat om werkelijkheid. En die twee zijn niet hetzelfde! Misschien is de werkelijkheid van het proces van Nuon Chea dat de Cambodjaanse bevolking helemaal niet zit te wachten op een proces van westerse snit. uiteindelijk de wijze waarop de politieke- en juridische orde worden gevormd. Dat geldt daar, in Zuidoost-Azië, maar misschien wel altijd en overal.

Justine: Wat ik me nu bedenk: als we uitgaan van het feit dat politiek en recht in essentie beide stammen uit een machtsgevoel, wie heeft er dan in de westerse natiestaat het recht op het recht? Hebben wij een perfecte neutrale ruimte weten te creëren waarin het interne recht heerst en de belangen hebben plaatsgemaakt voor zuivere rechtvaardigheid? Staat hier dankzij de natiestaat waarheidsvinding centraal in de rechtszaal? En zo ja, hebben we dat dan uiteindelijk te danken aan de relatieve vreedzame situatie die West-Europa sinds de Tweede Wereldoorlog kent?

Sophia: Mooie vragen! Het lijkt me relevant om na te denken over hoe onze politiek en recht eruit zouden zien in tijden van minder stabiliteit en rust. Het perspectief van Spengler zou ons kunnen helpen om dergelijke, onplezierige vergezichten te schetsen.

Justine en Sophia kijken met gefronste wenkbrauwen voor zich uit, allebei in gedachten verzonken. De klok slaat éénmaal. Ze draaien tegelijkertijd hun hoofd: half twee?! Justine springt overeind. Ze moet morgenochtend vroeg op om een paper in te leveren over Internationaal recht in crisissituaties. Ze dacht dat ze wel ongeveer klaar was, maar na vanavond kan ze welhaast opnieuw beginnen. Sophia zwaait, laat haar vriendin uit en pakt haar laptop erbij. ‘Nu die documentaire kijken’, denkt ze.

 

Pleidooi Van den Brink en De Mare voor onderscheid feit en fictie

De Volkskrant | 27 januari 2018 | Gabriël van den Brink | De cultivering van zowel feit als fictie is één van de grootste prestaties van de westerse cultuur, zo schrijven Gabriël van den Brink en Heidi de Mare in een stuk in De Volkskrant. Maar met de politisering van het leven ligt de vermenging van realiteit en verbeelding op de loer. Daarin schuilt een reële maatschappelijke dreiging.

“Het wezen van de politiek lijkt ons te zijn dat er steeds een relatie tussen idealen en realiteiten wordt gelegd, dat er een mix van zakelijke en normatieve argumenten is, dat men harde feiten en morele vergezichten op een vruchtbare wijze met elkaar verbindt.” Maar het is een gevaar om dit unieke element van de politiek in andere maatschappelijke domeinen toe te passen: “Dat leidt onvermijdelijk tot een politisering van het debat waarbij tegengestelde kampen elkaar het leven zuur maken. Mocht deze politisering zich doorzetten dan zal dat vroeg of laat het einde van ons klassieke onderscheid tussen feit en fictie inluiden.”

Het volledige stuk uit De Volkskrant is hier te vinden.

Gabriël van den Brink bespreekt kritisch boek over multiculturalisme

NRC | 20 oktober 2017 | Gabriël van den Brink | In een stuk voor het NRC laat Gabriël van den Brink  zijn licht schijnen op het nieuwste boek van de Britse journalist en politiek commentator Douglas Murray. In A Strange Death of Europe uit Douglas stevige kritiek op de wijze waarop Europa met de vluchtelingsproblematiek omgaat. We dienen dit werk serieus te nemen, zo bepleit Van den Brink. Maar het boek behoeft ook aanvulling. “Murray heeft gelijk als hij beweert dat Europa zichzelf verliest wanneer het alle grenzen afschaft en zich beperkt tot het verdedigen van liberale beginselen als tolerantie en diversiteit. Maar Europa zou zichzelf ook verliezen als het de vrijheid van godsdienst afschaft en geen gehoor geeft aan de stem van het geweten inzake vluchtelingen.” Lees de boekbespreking hier terug.

Bijwonen 30 mei: de studentenopstanden en de toekomst van Zuid-Afrika

Dinsdagmiddag 30 mei van 15:00 – 17:00 uur in zaal HG-02A33 op de VU zullen prof. Dr. Pieter Duvenage en Hercules Boshoff samen een presentatie verzorgen over de studentenopstanden in Zuid-Afrika. Daarbij zullen zij een filosofische interpretatie ontwikkelen van de huidige sociale, culturele en politieke dynamiek in Zuid-Afrika waarvan deze opstanden deel uitmaken. Hoewel filosofisch getoonzet is deze presentatie bedoeld voor iedereen die interesse heeft in Zuid-Afrika.

Pieter Duvenage is hoogleraar hedendaagse filosofie aan de Universiteit van die Vrijstaat in Bloemfontein en woonachtig in Johannesburg, Zuid-Afrika. Hercules Boshoff is PhD-student in Bloemfontein en is voor een half jaar te gast bij Centrum Èthos van de Vrije Universiteit.

Bijwonen 21 mei: Voor de Ommekeer over Franse verkiezingen en de toekomst van Europa

Voor de Ommekeer | Na twee eerdere succesvolle bijeenkomsten vindt op zondagmiddag 21 mei in het FreedomLab te Amsterdam de volgende bijeenkomst van Voor de Ommekeer plaats. Mede naar aanleiding van de Franse presidentsverkiezingen willen we met elkaar en onze gasten nadenken over Frankrijk en de toekomst van Europa.

Inmiddels lijkt 40% van de Franse bevolking ernstig te twijfelen over de Europese Unie én de euro. Bovendien groeien Noord – en Zuid Europa (financieel-)economisch gezien steeds verder uiteen, met alle politieke spanningen van dien. Ook Jeroen Dijsselbloem kan er inmiddels over meepraten. In het geval van Frankrijk steekt zelfs een oud vijandig sentiment jegens Duitsland de kop op.

Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de toekomst van Frankrijk, Europa en de Europese Unie? Wat is er nodig om de sentimenten die leven onder grote delen van de bevolking in goede banen te leiden? Hoe dient Nederland zich in dit proces op te stellen? Moeten we ons meer op Duitsland richten of juist ook zorgen voor goede relaties met Frankrijk én Engeland, zeker na de Brexit.

De gasten met wie we deze thema’s willen verkennen zijn:
Kim Putters – directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en hoogleraar Beleid en sturing van de zorg aan de Erasmus Universiteit,
Anna Grebenchtchikova – Econometrist en Pension Fund Board Member,
Arend Jan Boekestijn – publicist, columnist bij Elsevier en historicus aan de Universiteit Utrecht. Met Rob de Wijk verzorgt hij wekelijks een radioprogramma over geopolitieke ontwikkelingen bij BNR.

Luister, denk en praat mee op zondagmiddag 21 mei in het FreedomLab te Amsterdam. Programma: 15.00 – 17.00uur, zaal open: 14.30 uur!

Wil jij ook aan de voorkant van het maatschappelijke debat staan over ‘de ommekeer’? Meld je dan aan voor dit evenement aan via event@voordeommekeer.nl. Max. 80 personen.

‘De anderen globaliseren vrolijk door’

NRCHaroon Sheikh |  Internationale samenwerking is niet meer populair, leren we uit de Brexit en Trumps „America First”. Een golf van antiglobalisering vond ook in de jaren dertig plaats. Toch is er nu iets anders aan de hand, want in andere werelddelen groeien alternatieve economische en politieke blokken rap. Dat zien we niet omdat al onze aandacht uitgaat naar de EU en de NAVO. Lees verder.