Dynamiek van cultuur

Na de val van de muur in 1989 leek ‘het einde van de geschiedenis’ te zijn aangebroken en dacht menigeen dat we mondiaal afstevenden op een liberaal democratische samenleving. Economische verklarings- en sturingsmodellen van neoklassieke snit beginnen in deze periode steeds meer het bestuurlijke discours te bepalen. Grenzen werden geopend en ‘de markt’ – of wat er soms voor door moest gaan – werd omarmd als een vitaliserende organisatievorm voor allerlei maatschappelijke sectoren. Met de razendsnelle ontwikkeling van ICT-techniek en de mondiale opmars van internet bleek dit proces van ‘ontgrenzing’ nog eens een extra versnelling te krijgen. De wereld kwam online en globalisering werd het nieuwe toverwoord.

Inmiddels zijn mondiaal de twijfels over dit proces aanzienlijk toegenomen. Het blijkt allerlei krachten op te roepen en een stuk ingewikkelder te zijn dan aanvankelijk werd aangenomen. Gangbare politieke categorieën en ideologische uitgangspunten staan ter discussie – in binnen- en buitenland. Een ding is wel duidelijk geworden: of het nu gaat om de kredietcrisis en de deregulering van de financiële sector, de kloof tussen professionals en het management, de opkomst van terrorisme en religieus extremisme, het gebruik van sociale media en de toepassing van moderne techniek of Griekenland en de problemen rond de euro – het wordt steeds duidelijker dat een louter kwantitatieve en/of economische horizon te kort schiet om complexe maatschappelijke en historische processen te begrijpen en te sturen. Deze complexiteit houdt verband met wat we op zowel micro- als macroniveau ook wel de ‘dynamiek van cultuur’ kunnen noemen; van gezins- , school-, en bedrijfscultuur tot religieuze cultuur en landscultuur.In zijn monumentale studie The information Age benadrukt de socioloog Emanuel Castells het grote belang van cultuur voor de mondiale dynamiek van de 21e eeuw; en dan met name de daarin schuilgaande dimensie van betekenis, zin en moraliteit. De laatste jaren wordt bovendien steeds duidelijker dat het genoemde proces van globalisering niet impliceert dat natiestaten, regio’s en andere ‘lokale grootheden’ onbeduidend zijn geworden in het wereldgebeuren. In tegendeel, zij blijken juist hernieuwd aan betekenis te winnen; wat sommige sociologen er ook wel toe heeft verleid van glocalisering te spreken.

Dit proces van glocalisering maakt het begrijpen, beschrijven en sturen van maatschappelijke transformaties op grote én kleine schaal een stuk lastiger, maar ook interessanter. Daarbij speelt steeds de genoemde culturele factor een belangrijke rol: de gebruiken en omgangsvormen tussen mensen, de taal die zij spreken, de institutionele inbedding van hun leven, de betekenis, zin en normativiteit die hen drijft, de verwoording en (symbolische) verbeelding ervan in traditionele en moderne media enzovoorts. Kennis van deze culturele dimensie van maatschappelijke verhoudingen heeft uitdrukkelijk ook een praktische relevantie. Dat geldt ook voor een adequaat begrip van het economisch leven zelf (zoals ook de econoom Keynes al heeft benadrukt). Bestuur en beleid dienen rekening te houden met deze dimensie wil men het contact met anderen – en wat hen bezig houdt – niet verliezen. Voor een goed begrip daarvan is een multidisciplinaire, integrale analyse geboden waarin tevens ruimte is voor normatieve afwegingen. Algemene theoretische kennis dient daarbij gepaard te gaan met meer praktische kennis van lokale contexten. Van oudsher is de filosofie de academische discipline waarin deze integrale normatieve analyse plaatsvindt en wetenschappelijke inzichten en empirische kennis gecombineerd worden met praktische wijsheid. Deze master Filosofie van Cultuur en Bestuur is langs deze lijnen ingericht.

Wat behelst het programma?

Deze mastertrack combineert cultuur- en sociaalfilosofische reflectie met vakwetenschappelijke inzichten, empirische kennis en praktische wijsheid. Zij behandelt de prangende thema’s van deze tijd, variërend van terrorisme tot de financialisering van ons maatschappelijk leven. Daarin staat steeds de vraag centraal naar de dynamiek van cultuur in het proces van globalisering en virtualisering van onze leefwereld. Wat is er aan de hand, welke tendensen worden zichtbaar, wat voor (tegen-)krachten spelen een rol, wat voor andere mogelijkheden zijn er, welke waarden zijn in het spel, hoe kan het beter? Grote denkers uit het verleden én hedendaagse filosofen worden betrokken bij de uitwerking van deze thematiek. Daarbij ligt een zekere nadruk op de zogenoemde continentale traditie van de filosofie: Hegel, Marx, Nietzsche, Heidegger, Spengler, Foucault, Sloterdijk, Zizek, Stiegler e.a. maken vast onderdeel uit van het programma. Studenten wordt op die manier een gedegen filosofische raamwerk aangeboden van waaruit zij hedendaagse ontwikkelingen kunnen duiden.

Dit filosofische raamwerk wordt gevormd tijdens colleges waarop tekstpassages van klassieke en moderne filosofen en denkers worden besproken. Tijdens speciale lintcolleges worden enkele hoofdwerken integraal besproken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Hegels Grundlinien der Philosophie des Rechts, Aristoteles' Ethica Nicomachea en Spenglers Der Untergang des Abendlandes.

Het programma is opgebouwd uit een serie lintcolleges en werkgroepen die verschillende aspecten belichten van de genoemde thematiek. Hoewel het mondiale perspectief van globalisering uitgangspunt vormt, gaat steeds ook een bijzondere aandacht uit naar Nederland, Europa en het Westen als zodanig. Uitgaande van de idee van multiple modernities zullen ook verschillende filosofische en morele posities aan bod komen in hun culturele dimensie – zonder daarbij in een simplistisch essentialisme te vervallen.

De studie van een relevante vakwetenschap vormt een integraal onderdeel van deze opleiding. Als zodanig leent deze opleiding zich er goed toe om te worden gecombineerd met een relevante vakwetenschappelijke master. Daarnaast wordt studenten ook een zekere praktische wijsheid bij gebracht. Om die reden zijn er ook verscheidene praktische elementen in de opleiding opgenomen waarin specifieke (filosofische) vaardigheden worden ontwikkeld. Ook bevat de opleiding een scala aan Bildungs-elementen waarin gebruik wordt gemaakt van literatuur, films, kunstuitingen e.d. Voorts bestaat er binnen deze opleiding de mogelijkheid van een stage in verscheidene maatschappelijke sectoren (bedrijfsleven, media e.d.).

Gezien de grote rol van media in de hedendaagse cultuur zal dit onderdeel niet alleen in theoretische, maar ook in praktische zin aan de orde komen. Helder en aansprekend taalgebruik is niet alleen van belang voor de zeggingskracht van filosofische analyses, maar ook voor iemands bestuurlijke overtuigingskracht. Om die reden zal binnen deze masteropleiding nadrukkelijk aandacht worden besteed aan logica, retorica én de beheersing van het Nederlands in woord en schrift! Een van de oogmerken van deze opleiding is dan ook dat studenten niet alleen helder en correct leren spreken en schrijven, maar ook dat zij in staat zijn dat op een logisch consistente, gedachtenrijke, pakkende en beeldende manier te doen, rekening houdend met de eigen aard van de verschillende media waarin zij opereren.

Naast de reguliere colleges en werkgroepen zijn er op regelmatige basis lezingen en bijeenkomsten met gastdocenten. Zo vindt er een aantal keer per jaar de zogenoemde Denkdagen plaats voor studenten en promovendi rond een denker of een bepaald thema – waarvoor gerenommeerde gastdocenten worden uitgenodigd. Deze opleiding is bovendien verbonden met Èthos - het centrum voor integrale analyse van maatschappelijke transformaties en het samenwerkingsverband Èthos/Freedomlab.

Binnen deze mastertrack kan de student kiezen voor één van de drie profileringsaccenten.
(1) De praktische of beroepsgerichte variant die mede bestaat uit een stage in het bedrijfsleven, in de wereld van de media of bij de overheid;
(2) De overwegend theoretische variant die wordt afgesloten met een reguliere scriptie;
(3) Pre-promotieonderzoekvariant waarin tijdens het schrijven van de scriptie de mogelijkheid van een toekomstig promotieonderzoek wordt voorbereid. Afhankelijk van de vakinhoudelijke invulling van deze mastertrack bereidt zij voor op een loopbaan in de wereld van (openbaar) bestuur, het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, de media – en eventueel in de wetenschap zelf.